Vele eeuwen geleden leefden de voorlopers van onze huidige melkkoeien: de Oerossen. Deze oerossen waren niet alleen fysiek maar ook genetisch anders dan onze huidige melkkoeien. 

Een belangrijk verschil zit in de samenstelling van de melk. Melk van onze huidige melkkoeien bevat namelijk het A1-gen terwijl melk van de vroegere oerossen het A2-gen bevat.

A1 versus A2

Uit genetisch onderzoek is gebleken dat er verschillende soorten melkeiwitten zijn namelijk A1 en A2. Het A1-gen bevat de stof BCM-7 (bétacasomorphine-7), de stof waarvan wordt aangenomen dat het koemelkintolerantie veroorzaakt. Dit in tegenstelling tot het A2-gen.

Kaas van A2 melk kan dus een oplossing zijn voor mensen met een koemelkintolerantie.

A2A2-kaas.

Hoewel het oeros er niet meer is zijn er toch bepaalde rassen die het A2-gen bezitten. Genetisch gezien zijn dit directe afstammelingen, een voorbeeld hiervan is de Guernsey koe. Deze koeien zijn zeer schaars, dit geldt nog eens extra voor de koeien die biologisch gehouden worden. In het dorpje Ingen in de Betuwe zit één van de weinige boeren die deze koeien (biologisch) houdt.

Sinds kort wordt van deze melk biologische A2A2 kaas gemaakt door Biokaas Kinderdijk.

Alleen door strenge DNA selectie kan de samenstelling van de melk (en dus de kaas) worden gewaarborgd. De kaas wordt gemaakt van gepasteuriseerde melk en is biologisch en vegetarisch.